Direct aanvragen


Nieuwsartikelen - Sonell

Subsidieregeling STAP-budget gewijzigd

De minister van SZW heeft de Subsidieregeling STAP-budget gewijzigd in verband met de latere openstelling van het eerste aanvraagtijdvak van 2023. Door technische problemen was openstelling van de regeling op 28 februari jl. niet mogelijk. De gewijzigde regeling bevat de nieuwe datum van openstelling en de gevolgen hiervan voor de startdatum van de scholing. Voor de start van de scholing wordt gerekend vanaf 28 februari 2023 als de datum waarop het eerste aanvraagtijdvak had moeten worden opengesteld. Opleiders hoeven de cursisten geen nieuw STAP-aanmeldingsbewijs te verstrekken.

Ook is een bepaling opgenomen waardoor de minister in voorkomende gevallen een nieuwe datum voor de aanvang van een aanvraagtijdvak kan vaststellen. In die gevallen wordt gerekend vanaf de dag na die waarop openstelling van het aanvraagtijdvak oorspronkelijk was voorzien.


Forfaitaire rendementspercentages 2022

Bij de bepaling van het voordeel uit sparen en beleggen op grond van de Wet rechtsherstel box 3 wordt het vermogen onderverdeeld in drie categorieën: banktegoeden, schulden en overige bezittingen. Na de verdeling van het vermogen over de drie verschillende vermogenscategorieën wordt het rendement over het vermogen forfaitair bepaald. Voor elke vermogenscategorie geldt een eigen forfaitair rendementspercentage.

Het forfaitaire rendementspercentage voor banktegoeden voor het kalenderjaar 2022 is vastgesteld op 0,0%. Dit percentage is berekend aan de hand van het gemiddelde maandelijkse rentepercentage op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden over de eerste elf kalendermaanden van 2022.

Het forfaitaire rendementspercentage voor schulden voor 2022 is vastgesteld op 2,28%. Dit is gebaseerd op het gemiddelde maandelijkse rentepercentage over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken van huishoudens over de periode van 1 januari tot en met 30 november 2022.


Arbeidskorting over WGA-uitkering

Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen door een bestuursorgaan, zoals de Belastingdienst, gelijk dienen te worden behandeld. Ongelijke behandeling van gelijke gevallen is alleen toegestaan als daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. Er is sprake van gelijke gevallen als belastingplichtigen rechtens en feitelijk in vergelijkbare omstandigheden verkeren. Dat doet zich voor als de feitelijke omstandigheden, die relevant zijn voor de regels die de aanleiding zijn voor de ongelijke behandeling, vergelijkbaar zijn. Van rechtens gelijke gevallen is sprake indien op de belastingplichtige dezelfde regels van toepassing zijn als op de belastingplichtigen waarmee wordt vergeleken.

De arbeidskorting is een heffingskorting voor belastingplichtigen, die arbeidsinkomen genieten. Arbeidsinkomen is het totale bedrag dat een belastingplichtige geniet uit tegenwoordige arbeid. Inkomsten uit de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) worden aangemerkt als loon uit vroegere arbeid. Een WGA- of WIA-uitkering is dus geen grondslag voor de berekening van de arbeidskorting. Wanneer de uitkering wordt doorbetaald door de werkgever, mag over de uitkering wel de arbeidskorting worden berekend. Dat is begunstigend beleid dat is opgenomen in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.

Hof Den Haag is van oordeel dat iemand die een WGA-uitkering direct van het UWV ontvangt, nadelig wordt behandeld ten opzichte van iemand die zijn uitkering via de werkgever ontvangt. Dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat er geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond bestaat voor de ongelijke behandeling. Volgens het hof heeft de belanghebbende recht op toekenning van de arbeidskorting over zijn WGA-uitkering.